Zingeving bij ouderen in de thuiszorg

Mirjana
Decock

Het onderzoek naar zingeving bij ouderen in de thuiszorg, meer specifiek het Wit-Gele Kruis, is relevant omwille van een aantal factoren die maatschappelijk spelen. Ten eerste is er de ontgroening en vergrijzing van de bevolking in Vlaanderen. (Pelfrene, 2005) Dit is een fenomeen dat zich in geheel België voordoet alsook in andere landen. Specifiek voor België zijn de stijgingen wat betreft ontgroening en vergrijzing het hoogst in Vlaanderen en verwacht men in de toekomst ook niets anders. Over het algemeen echter ziet men in Vlaanderen van 2000 – 2030 een globale bevolkingstoename van 4 % met daaropvolgend van 2030-2050 een stijging van 2%. Dit is het laagste voor wat België betreft. Voor Brussel is dit 15% en voor Wallonië 13%.

Wat de ontgroening betreft zat Vlaanderen in 2003 rond een 22% van haar totale percentage inwoners wat het hoogst is in België. Hier verwacht men een daling naar 20% tegen 2020 en daarna en relatief gematigde situatie. Daarenboven is de vergrijzing in Vlaanderen het hoogst met 17,6% in 2004 en een verwachting van het halen van de kaap van 25% vanaf 2030. Dus zit Vlaanderen met een stijging van het aantal ouderen maar een daling van het potentieel aantal toekomstige verpleegkundigen.

Verder zijn heel wat relevante bevindingen aan te stippen bij de LOVO-enquête (Leefsituatieonderzoek Vlaamse ouderen) van Vanderleyden en Vanden Boer. Uit deze enquête blijkt onder meer dat in Vlaanderen de sterke wens leeft om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen en onafhankelijk te zijn van hun kinderen. De ouderen rekenen hierbij vooral op de inschakeling van professionele zorg en op de uitbreiding van de diensten voor thuiszorg. Zorg dragen voor de hulpbehoevende ouders vinden ze bijgevolg geen prioriteit voor hun kinderen. Kinderen die het wel doen, moeten volgens hen door de overheid financieel en/of organisatorisch worden gesteund. Een ander opvallend element uit deze enquête is dat er een grote discrepantie blijkt tussen degenen die zorg krijgen en degene die verklaren dat zij nood hebben aan zorg. Voor de thuisverpleging komt men hier op een serieus tekort van 1/3. (Vanderleyden & Vanden Boer, 2004) Aansluitend valt op te merken dat zingeving (en vaak is dit religie) voor ouderen helpt om om te gaan met verlies en moeilijkheden. (Rekha & Laxmi, 2008) Ook dokter Paul Janssen, stichter van Janssen Pharmaceutica haalt aan dat religiositeit het beste beschermt tegen depressie. Bij diep gelovige mensen, om het even welke godsdienst, zo stelt hij, komt depressie veel minder voor dan bij ongelovigen. “Iedereen weet dat de kerken leeglopen, het zou best kunnen dat er een verband is met de toename van depressiviteit, want mensen zijn een existentieel houvast kwijt.” (Vranckx, 2001)

Verder stelt onderzoek vast dat ouderen als groep worden geïsoleerd doordat ze naar de rand van de samenleving worden geduwd en bestempeld worden als minder zinvol met het gevolg dat ouderen hun zin verliezen. (Hoedendijk, 2007) Ook Mia Leijssen komt tot gelijkaardige vaststellingen dat ouderen een kwetsbare groep zijn om ten prooi te vallen aan zinloosheid en de gevaren die daar mee gepaard gaan. Deels door het verlies van relaties en ook doordat hen veel uit handen wordt genomen waardoor alles voor hen gedaan wordt en ze in verveling verzeilen. (Leijssen, 2004) Hoe vangt een thuiszorginstantie als Wit-Gele Kruis deze problematiek op? Is de aanvraag tot wetenschappelijk onderzoek van de voorzitter van het Wit-Gele Kruis Luc van Gorp naar zingeving in de thuiszorg zomaar willekeurig ontstaan? De aanvraag gaat specifiek uit vanuit een besef van nood aan zingeving bij ouderen maar het ontbreekt de thuisverpleegkunde aan de nodige kennis, tools en ruimte om dit in het verpleegkundige handelen te integreren. (Huysmans, 2008)

Download scriptie (190.97 KB)
Universiteit of Hogeschool
VIVES Hogeschool
Thesis jaar
2011