Gemeenschapstoerisme als alternatieve ontwikkeling in een regio verdeeld door sociaal-ecologisch conflict.

Julie
Mahie

Van wantrouwen tot sociale duurzaamheid: mijnbouw vs gemeenschapstoerisme in Peru.

In een wereld waar we steeds meer willen en de kloof tussen zij die krijgen wat ze willen en zij die daar de dupe van zijn steeds groter wordt, staat de zoektocht naar grondstoffen garant voor conflict.De ontginning van grondstoffen (zoals aardolie, koper, goud en zilver) gebeurt veelal in het Zuiden, de consumptie voornamelijk in het Noorden. Nu ook nieuwe wereldmachten zoals China tegemoet willen komen aan een groeiende vraag naar grondstoffen banen we ons een weg tot de meest afgelegen gebieden op zoek naar nieuwe koperaders of oliebronnen.Deze afgelegen gebieden worden vaak bevolkt door autochtone gemeenschappen die een ander concept hebben van de natuur (en al haar grondstoffen) dan de Westerse mens.Naast een economische en sociale ongelijkheid gaan deze ontmoetingen ook gepaard met heuse conflicten. Aan de basis van die conflicten liggen de fundamenteel tegenstrijdige wereldbeelden die beide groepen kleuren en de ongelijke machtsrelatie die daarmee gepaard gaat. Sceptici slagen er zonder veel moeite in om de schijnbaar economische en sociale voordelen van mijnbouw met wetenschappelijk onderbouwde argumenten van tafel te schuiven.Mijnbouw is in se niet duurzaam. Grondstoffen zijn eindig en de meest gebruikte ontginningstechnieken hebben een schadelijke impact op de lokale mens en natuur.Aan een sterke anti-mijnbouw beweging geen gebrek, maar bij de lokale vraag 'wat is ons alternatief voor een duurzame ontwikkeling?' staat menig wetenschapper nog steeds met zijn mond vol tanden. Tijdens mijn verblijf in de Peruaanse provincie Huancabamba werd ik ook heel vaak geconfronteerd met deze vraag. Ik deed er in het kader van de opleiding sociaal cultureel werk en in samenwerking met de Belgische organisatie CATAPA vzw een allereerste inleidende prospectie van de regio naar de mogelijkheden voor duurzaam toerisme.Deze doelstelling paste binnen de visie van de lokale partnerorganisatie op een alternatief ontwikkelingsplan als reactie op het gangbare vertrouwen in de mijnbouwsector.Huancabamba was het toneel van een zwaar sociaal-ecologisch conflict tussen 2003 en 2009. De aanleiding voor dit conflict was het mijnbouwproject Río Blanco, gelegen in het uiterste Noorden van Peru dicht tegen de Equadoriaanse grens. Toen de lokale boerengemeenschappen in 2003 op de hoogte werden gebracht van de komst van het Brits mijnbouwbedrijf Monterrico Metals laaide het conflict meteen hoog op. De ongelijke machtsverhouding tussen het bedrijf en de lokale bevolking speelde zich zowel op politiek als economisch vlak af. Economisch gewin kreeg voorrang op elementaire mensenrechten en de grondwet. Ondanks het illegale karakter van het mijnbouwproject creëerde een intensieve campagne, gevoerd door voor- en tegenstanders, een sterk gepolariseerde realiteit die tot op vandaag voelbaar is. De vele infomomenten en workshops van beide kampen plaatste ook de bevolking lijnrecht tegenover elkaar. De argwaan die er was voor de mooie woorden van het bedrijf nestelde zich op die manier binnen de families. Dit interne wantrouwen leidde meermaals tot gewelddadige confrontaties met dodelijke afloop. In 2009 werd het Río Blanco project tijdelijk opgeschort, maar in juli 2012 zocht het mijnbouwbedrijf opnieuw contact met de burgemeester van Huancabamba. De vrees voor de voortzetting van het project maakt verder onderzoek naar de mogelijkheden voor een alternatief ontwikkelingsplan des te dringender.  Kan gemeenschapstoerisme een duurzaam alternatief bieden in Huancabamba? Met deze bachelorproef heb ik niet de ambitie om een sluitend antwoord op deze vraag te formuleren. Ik geef wel een duidelijke schets van de mijnbouwproblematiek in Peru, zowel op nationaal als lokaal niveau, hiervoor gebruik ik de specifieke situatie in Huancabamba. Dit eerste hoofdthema confronteer ik met gemeenschapstoerisme dat ik verder kader binnen het algemene concept duurzaam toerisme en de ruimere context van de ontwikkelingssamenwerking. De term duurzaamheid vormt de rode draad doorheen deze twee onderwerpen en wordt nog eens extra behandeld in haar relatie tot het sociaal werk en, meer specifiek, tot het samenlevingsopbouwwerk. Ik beëindig deze scriptie met een terugkoppeling naar mijn praktijkervaring in Huancabamba en de mogelijke rol die het sociaal werk daar zou kunnen spelen in de toekomst. Meer dan een evaluerend en adviserend werk over een alternatieve ontwikkeling in Huancabamba wil ik met deze bachelorproef een aanzet geven tot discussie over de mogelijkheden van gemeenschapstoerisme als onderdeel van een duurzame ontwikkeling. Een discussie waarin de stem van het sociaal werk volgens mij niet mag ontbreken, want (sociale) duurzaamheid start bij een veerkrachtige gemeenschap.

Download scriptie (6.25 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2012