De heilige Jadwiga (1374 - 1399)

Elisabet
Van Caeneghem

De titel van de scriptie doet een zeer specifieke studie vermoeden; een weergave van het leven van een middeleeuwse, nota bene heilige koningin. Het onderwerp is echter veel minder concreet dan het op het eerste gezicht lijkt. Een biografie van Jadwiga van Anjou is een momentopname van een bij ons vrij onbekend stukje geschiedenis, dat de grenzen van het veertiende-eeuwse Poolse koninkrijk ruim overschrijdt. Jadwiga was een echte Centraal-Europese prinses. Ze stamde af van het Franse geslacht van Anjou, dat sinds het begin van de veertiende eeuw over Hongarije regeerde. Als jongste dochter van de Hongaarse (1342-1382) en Poolse (1370-1382) koning Lodewijk van Hongarije werd ze op vierjarige leeftijd verloofd met de Oostenrijkse prins Wilhelm, die behoorde tot de dynastie van de Habsburgers. Gedurende korte tijd verbleef ze aan het Oostenrijkse hof in Wenen, in de veronderstelling dat ze samen met Wilhelm Oostenrijk zou besturen. Zo ver kwam het echter nooit. Na de dood van haar vader in 1382 werd Jadwiga door de Polen als troonopvolgster gekozen. Een twaalfjarig meisje werd koningin van Polen. Kort na de kroning zou ze huwen met Jagiello, de grootvorst van het oostelijke buurland Litouwen. De familiale banden van Jadwiga liepen echter ook in westelijke richting. Haar schoonbroer – Sigismund van Luxemburg – was koning van Hongarije en plaatste in 1415 Jan Hus op de brandstapel. Sigismund’s broer was de koning van Bohemen en hun vader was de keizer van het Heilig Roomse Rijk. Jadwiga onderhield diplomatieke contacten met al die Centraal-Europese rijken en kan dus bezwaarlijk een geïsoleerde koningin genoemd worden.

Onbelangrijk was ze evenmin. Hoewel ze op zeer jonge leeftijd koningin werd van een land dat niet haar vaderland was en slechts vijfentwintig jaar oud werd, zijn met haar persoon toch belangrijke en veelbelovende gebeurtenissen verbonden die een wezenlijke invloed hebben uitgeoefend op de geschiedenis van Polen. Ze huwde in de eerste plaats met de Litouwse grootvorst Jagiello, waardoor de basis werd gelegd van een nieuwe dynastie, de Jagiellonendynastie, die tot 1572 over het koninkrijk heerste. Een ander zeer belangrijk gevolg van het huwelijk was de totstandkoming van een Pools-Litouwse unie, die pas samen met de deling van Polen op het einde van de achttiende eeuw ontbonden zou worden. Litouwen, de laatste heidense staat van Europa, werd bovendien op een vreedzame manier gekerstend. Op politiek vlak werd ze geprezen omdat ze in 1387 Rood Ruthenië, vandaag een streek in het westen van Oekraïne, opnieuw bij de Poolse kroon voegde. Bovendien voerde ze ook onderhandelingen met de Teutoonse Orde, een Duitse ridderorde waarvan de aanwezigheid tot in de twintigste eeuw sporen naliet en die zich bedreigd voelde door de unie en de katholieke bekering van Litouwen. Jadwiga was niet alleen actief in de politiek, maar hield zich ook bezig met culturele en wetenschappelijke aangelegenheden. Ze omringde zich met geleerde mensen, was de stichtster van de theologiefaculteit aan universiteit van Krakau en maakte de heropleving van de volledige universiteit mogelijk door in haar testament haar kostbaarheden aan de universiteit te schenken. Vandaag heet de universiteit nog steeds Jagiellonenuniversiteit.   

 

Tot zover de feiten. Het werk gaat echter veel verder dan de voorstelling van de geschiedenis. In het tweede deel van de scriptie wordt er verder ingegaan op de representaties van deze veertiende-eeuwse koningin in de literatuur, de beeldende kunst en de religie. Aan de hand van de zeer concrete casus van Jadwiga was het op die manier mogelijk om een inzicht te geven in de veel ruimere Poolse historische cultuur. De belangrijkste conclusie is dat de historische beeldvorming in Polen vandaag nog steeds erg geromantiseerd is, terwijl onze geschiendenis al grotendeels gedemythologiseerd is. We zijn in België weinig vertrouwd met de Poolse geschiedenis en de historische cultuur. Naar aanleiding van de toetreding tot de Europese Unie is de interesse in Polen recentelijk steeds toegenomen. Na de vele introducerende krantenartikels en reisreportages vormt deze scriptie een heel andere manier van kennismaking, zowel diepgravend als verbredend. Het is een onderzoek van de manier waarop Polen ook vandaag nog met geschiedenis omgaan. Jadwiga is immers een centrale figuur in het Poolse collectieve geheugen. Er werden in de loop der eeuwen tal van boeken over haar geschreven, schilderijen gemaakt, kerken in haar naam opgetrokken, … Vele kunstenaars van het tweede en derde plan werkten rond de persoon van de koningin, maar ook alle belangrijke Poolse identiteitvormers besteedden aandacht aan Jadwiga. In de Jaarboeken of kronieken van het beroemde Poolse koninkrijk trad de belangrijkste Poolse historicus uit de vijftiende eeuw, Jan Długosz, vaak in detail over het leven en het werk van de koningin. Voor dit vijftiendelige geschiedeniswerk baseerde Długosz zich op talrijke bronnen, maar daarnaast liet hij zich ook vaak leiden door zijn persoonlijk gevoel, soms in die mate dat hij de apologeet van Jadwiga werd genoemd. Maar hij legde de voorstellingswijze van de koningin vast en in de daaropvolgende eeuwen hebben zowel beeldende kunstenaars als literatoren, dramaturgen, geestelijken, … daarop voortgebouwd. In de negentiende eeuw bijvoorbeeld richtte de nationale bard Adam Mickiewicz zich tot Jadwiga in zijn romantische poëzie, in de twintigste eeuw beeldde Polens grootste historische schilder Jan Matejko de koningin herhaaldelijk af op verschillende reusachtige historische schilderijen. En dat is slechts een greep uit de grote namen. De climax kwam in 1997, toen Jadwiga heilig werd verklaard door de Poolse paus Johannes Paulus II. Die recente datum toont treffend aan hoe de herinnering aan koningin Jadwiga ook vandaag nog leeft in Polen. Ze staat nog steeds op het voetstuk waarop ze in de vijftiende eeuw door Jan Długosz en zijn tijdgenoten werd geplaatst. In de twintigste eeuw verschenen er weliswaar een klein aantal kritische studies die de historische correctheid van de kroniek in twijfel trokken, maar de argumenten tegen Długosz konden nooit echt hard gemaakt worden. Men is in navolging van de kroniek steeds blijven geloven dat het koninklijke meisje zo mooi was, dat erkend werd, dat haar gelijke op dat ogenblik op de hele wereld niet bestond, dat ze huwde met de Litouwer omdat God tot haar had gesproken, maar dat ze ook na haar huwelijk geheime ontmoetingen bleef hebben met Wilhelm, waarvan ze heel veel hield, dat ze oprecht medelijden had met alle armen en behoeftigen, ja zelfs dat ze wonderen deed. In zowel prozawerken als poëzie, op schilderijen, in beeldhouwwerken en glasramen, in religieuze traktaten en in preken van geestelijken, … is de invloed van Jan Długosz tot op de dag van vandaag nog steeds overduidelijk. Op die manier werd het historische verhaal van weleer doorspekt met talrijke mythes…              

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2004