'Dode Zielen' in de klas

eva
bubb

'Dode Zielen' in de klas

 

Illegale praktijken, je eigen leerlingen bedreigen... hoe ver zou u gaan om als professor rond te komen?

Eva, een studente aan UGent, onderzocht voor haar masterscriptie het leven van leraars in Rusland. Omdat de Russische officiële cijfers vaak niet stroken met de werkelijkheid, is de scriptie grotendeels gebaseerd op veldwerk: Eva trok naar Siberië, waar ze een jaar lang werkte en studeerde. Ze ontdekte daar dat in tegenstelling tot de officiële berichtgeving, Russische leraars niet genoeg verdienen op maandbasis om rond te komen, laat staan een gemiddelde huur te betalen. Dit geldt ook voor docenten aan de universiteit.

Hoe overleven zij?

Eva onderzocht deze vraag, en kwam tot een aantal verrassende conclusies. Dit zijn haar bevindingen.

Ten eerste, geld blijkt niet hun enige probleem te zijn. Sommige leraars worden expliciet verboden hun leerlingen te 'buizen', anderen hebben de grootste moeite hun klasgroepen onder controle te houden: ze zijn niet geschoold om om te gaan met de mentale en fysieke beperkingen die ongeveer de helft van hun leerlingen vertoont. Om het nog moeilijker te maken is een derde van hun loon compleet afhankelijk van de willekeur van de schooldirecteur en de administratie. “Vinden ze je niet leuk, dan krijg je niets.” becommentarieerde een leraar. Maar vriendjespolitiek is het minste van hun zorgen.

De centrale vraag van de scriptie, “Hoe overleven leraars?”, werd als volgt beantwoord: leraars overleven grotendeels door middel van een onderlinge economie die ze zelf hebben gecreëerd, en die op solidaire, informele basis werkt. Ze ruilen diensten en goederen zoals aardappelen, fietsen, brandhout, babysits, en kleren. Ze staan elkaar bij met dit sociale netwerk, dat ook veel zaken in de school zelf reguleert.

Het klinkt allemaal heel mooi en menslievend, maar dit is helaas niet het volledige verhaal. Om te overleven moeten leraars ook aanvullend monetaire inkomsten genereren, aangezien hun maandloon niet volstaat om nog maar de huur te betalen. Behalve bijverdiensten zoals privé-les geven, verkopen ze papers en thesissen aan studenten, vaak vergezeld van bedreigingen om deze aan de man te brengen. Elke faculteit heeft een aantal professoren die het monopolie hebben op dergelijk onderzoek verkopen, en deze verdedigen in ware mafia-stijl hun turf tegenover de collega's.

Verder is er de 'Dode Zielen' praktijk. Deze administratief creatieve praktijk is vernoemd naar het gelijknamige boek van Nikolai Gogol, en verloopt als volgt: studenten staan ingeschreven in de boekhouding van de universiteit, jaren nadat zij gestopt zijn met studeren, en de universiteit krijgt per student subsidies. De naam 'Dode Zielen' verwijst naar het feit dat deze studenten fysiek niet aanwezig zijn in de universiteit, maar toch in de boekhouding vermeld worden.



 

Deze 'Dode Zielen' praktijk heeft nog een klein broertje, of, beter gezegd, grote zus: een persoon wordt aangenomen in een hoedanigheid aan een willekeurige onderwijsinstelling, bijvoorbeeld als docent of administratief medewerker, en wordt daarvoor netjes uitbetaald. Deze persoon daagt echter nooit op voor het uitoefenen van zijn job, noch ontvangt hij het bijhorende loon. Het loon komt integraal terecht in de zakken van de persoon die hem heeft aangenomen. Deze vorm van corruptie is trouwens niet enkel beperkt tot onderwijsinstellingen, zoals men in de Russische media kan lezen.

De universiteit wordt per student gesubsidieerd. Aanvullend daarop, gaat vanaf dit academiejaar (2016-17) het loon van de professoren grotendeels afhankelijk zijn van hoeveel studenten zij les aan geven. Dit betekent dat, vanaf 2016-17, zowel de universiteit als de professoren financieel afhankelijk zijn van de hoeveelheid studenten. Toevallig worden ditzelfde jaar een aantal bacheloropleidingen aan de universiteit met een jaar verlengd. Dit garandeert een jaar aan extra studenten in de boekhouding van de universiteit, en een jaar aan extra klassen en studenten op de loonbriefjes van de professoren.

Dit mooie voorbeeld van samenwerking tussen de docenten en de administratie is voordelig voor beide partijen, maar benadeelt de studenten: zij gaan nu vijf jaar moeten studeren om een bachelordiploma te behalen.

Afgezien van te onderzoeken hoe de leraars overleven, werd er ook aandacht besteed aan het vraagstuk van moraliteit. Hoe rechtvaardigen deze leraars hun handelingen?

De leraars redeneren als volgt: de economie werkt niet zoals het hoort te zijn, en aangezien zij de dupe zijn, mogen ze het recht in eigen handen nemen. De studenten zijn bevoordeeld: zij krijgen maandelijks een studietoelage, die met een maximum van 34.700 roebel ruim driemaal hoger ligt dan het gemiddelde inkomen van een docent. De studenten profiteren, daarom is het gerechtvaardigd dat zij opdraaien voor de precaire situatie, aldus de leraars. De studenten gaan mee in die redenering: ze vonden het aanvaardbaar dat een leraar hen bedreigde zodat ze zijn thesis zouden kopen, gezien zijn financieel moeilijke situatie. Ze waren enkel verontwaardigd over de prijs: een tienduizendtal roebel vonden ze net iets te veel. Het volgende gesprek werd in de klas gevoerd:

Professor: “Hier is het onderwerp voor je Bachelor thesis... ” ze toonde een lijst “... en hier is mijn prijs.” ze noemde haar prijs.

Joera: “Dit is te duur! Waar haal ik het geld vandaan?!

Professor: “Jij hebt een thesis nodig — en ik, ik heb geld nodig. Betaal je niet — dan slaag je niet. ”

 



 

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Rozita Dimova, Jean Bourgeois
Thema('s)