Kunsteducatie voorbij de creatieve imperatief?

Nele
Van de Vijver

Kunsteducatie: dienstmaagd  van de sleutelcompetenties?
 

“Waarom moeten we geloven dat het ‘goed’ is dat mensen, hoe vroeger hoe beter, in de kunsten worden geïnitieerd? Hoe komt het dat quantummechanica probleemloos te moeilijk wordt geacht voor de kinderen, maar dat inwijding in de kunsten gerekend wordt tot de intellectuele rechten van de mens?” (Pültau, 1998)

Een kopvoeter getekend door een kinderhand, orff-instrumenten die welluidend klinken in de muziekklas, Shakespeare tot leven gewekt tijdens het klastoneel of een uitvoerige klasdiscussie over de verschillende analyses van een schilderij van Dali. Kunst in de school en in het onderwijs: het kruispunt tussen beiden kan op vele wijzen vorm krijgen.

Doorheen de geschiedenis, merken we dat kunst altijd een plaats gekregen heeft in het onderwijscurriculum. Soms is dit eerder een verborgen plaats in de schaduwkant. Soms vormt het de essentie van onderwijs, zoals in verschillende methodescholen.

De laatste decennia lijkt kunsteducatie een meer prominente plaats te krijgen. Het Klasse-artikel van 27 september 2007 kopt het glashelder: “Te weinig kunst en cultuur op school”. En ook het artikel van 12 maart 2009 “Kunst- en cultuureducatie hoger op Europese agenda” spreekt boekdelen. Er is een tekort aan kunst in de school. Men pleit voor méér kunsteducatie. Zowel op nationaal als op internationaal niveau klinkt deze roep alsmaar luider. Kunsteducatie komt in de spotlights te staan. De vragen die hierbij rijzen zijn legio: op welke wijze geven internationale instanties, zoals UNESCO en de Europese Unie, gehoor aan deze roep? Waarom willen zij kunsteducatie stimuleren en promoten?

In de internationale beleidsdocumenten worden verschillende redenen aangegeven waarom kunsteducatie belangrijk kan zijn in het onderwijs. We stellen hierbij een legitimatieverschuiving vast. Cultuurfilosoof Herbert Read (onder andere auteur van ‘Education through Art’) heeft in de jaren ’90 de visie van UNESCO betreffende kunsteducatie sterk beïnvloed. Hij benadrukt dat gevoel en verstand samengebracht worden doorheen het werken met kunst. Vanuit Reads legitimering dat kunst de volledige ontwikkeling van de mens moet ondersteunen, evolueert het beleid naar een meer maatschappelijke legitimering. Kunsteducatie stimuleert sleutelcompetenties zoals ondernemerschap, creativiteit en innovatief denken. Deze sleutelcompetenties worden nagestreefd vanuit de maatschappelijke meerwaarde die ze verschaffen. Via kunsteducatie verwerven leerlingen creatief kapitaal en een innovatief denken. Creativiteit en innovatie lijken sleutelcompetenties die we broodnodig zullen hebben in een complexe samenleving waar we telkens met andere problemen geconfronteerd worden.

“At a time when family and social structures are changing, with often adverse effects on children and adolescents, the school of the twenty-first century must be able to anticipate new needs by according a special place to the teaching of artistic values and subjects in order to encourage creativity, which is a distinctive attribute of the human species. Creativity is our hope”. (UNESCO, 1999a, p. 1)

Ook de beleidskoers van de Europese Unie vaart die richting uit. Het komt minder ter sprake dat kunsteducatie belangrijk zou kunnen zijn omdat een individu ermee ten volle tot ontplooiing komt of omdat kunst zelf vanuit cultureel oogpunt belangrijk geacht wordt.

In dit internationaal beleid moet kunsteducatie maatschappelijk iets ‘opleveren’. De focus van de beleidsdocumenten en -congressen ligt telkens weer op de effecten die kunsteducatie realiseert, ten goede van de samenleving. De vraag ‘wat de inhoud van kunsteducatie behoort te zijn’ wordt an sich niet gesteld. Zo wordt kunsteducatie gereduceerd tot dienstmaagd van de sleutelcompetenties. Door enkel vast te houden aan deze, verliest het internationale beleid belangrijke argumenten.

We willen dit spreken over kunsteducatie opentrekken. Al schrijvend en tastend zoeken we naar een ander taalspel. Een taalspel dat recht doet aan wat kunsteducatie is of kan zijn. Een onderwijs-pedagogisch taalspel waar kunst zelf ertoe doet en niet verengd wordt tot de effecten die het bewerkstelligt. We koppelen dit vast aan de verschillende strategieën van actieve/productieve en receptieve/reflectieve kunsteducatie.

Doorheen actieve/productieve kunsteducatie worden beelden geschapen uit specifieke materialen en media zoals bijvoorbeeld licht, klei, verf, klanken, enz. Het gaat om activiteiten waarbij men zelf een choreografie verzint, een schilderij schildert, enzovoorts. Deze materialen en media zijn als het ware ‘talen’ waarmee men zich kan leren uitdrukken. Dit scheppen vereist een zeker vakmanschap. Doorheen het oefenen van het omgaan met materialen, wordt een leerling uitgenodigd om te experimenteren. In het maken van een kunstwerk is er immers nooit één heilige weg die door de leerling moet bewandeld worden. Zo wordt kunsteducatie een laboratorium waar de leerling ver-onzekerd wordt. Volgens Jarvis (2011, p. 316) heeft dit: “not so much to do with problem-solving classroom-contexts, but more to do with problem-finding”.

Receptieve/reflectieve kunsteducatie is een strategie waarbij de leerling kunstwerken fysiek ervaart met de zintuigen. En eventueel reflecteert over deze ervaring. Kunst raakt aan, zowel fysiek als affectief. De hartslag gaat sneller slaan. Kippenvel.  Kunst zet in beweging. Een kunstwerk brengt ons bij de grenzen van ons interpretatievermogen. Kunst confronteert de leerling. Het trekt ons weg bij de gangbare manier van kijken, denken en voelen. Er is geen kant-en-klare oplossing hoe een kunstwerk te interpreteren. Daardoor ontstaat de opening voor betekenisgeving.

Vanuit dit schrijven over kunsteducatie probeerden we vooral het artistieke perspectief op kunsteducatie centraal te stellen. Dit is, ons inziens, tevens wat beleidsmakers niet uit het oog mogen verliezen.  Het is cruciaal dat het beleid ook een oriëntatie maakt naar wat kunsteducatie kan zijn, vanuit het nadenken over kunst zelf. En niet enkel en alleen vanuit wat kunsteducatie mogelijks stimuleert aan competenties, die een maatschappelijke inzetbaarheid veronderstellen.

Bibliografie


Agamben, G. (2006).  De idee (van) studie. In Masschelein, J. &
Simons, M. (red.), Europa anno 2006 (pp. 93-95). Gent: Acco.

Arendt, H. (1994a). De crisis van de opvoeding. In Arendt, H. (red.),
Tussen verleden en toekomst: vieroefeningen in politiek denken  (pp.
101-124). Leuven: Garant.  

Arendt, H. (1994b). Vita activa. Amsterdam: Boom.

Baeten, H. (z.j.). Eindconclusie. Geraadpleegd op 14 april 2012 van
http://www.veerman.be/index.php/component/content/article/1
-algemeen/55-teksten-studiedag-kunsteducatie

Bamford, A. (2006).  The wow-factor: global research compendium
on the impact of the arts in education. Münster: Waxmann.

Bamford, A. (2007).  Kwaliteit en consistentie  -  kunst  –en
cultuureducatie in Vlaanderen.  Brussel: Agentschap voor
Onderwijscommunicatie.

Biesta, G. J. J. (2006).  Beyond Learning.  Colorado: Paradigm
Publishers.

Biesta, G.J.J. (1998).  "Say you want a revolution..." Suggestions for
the impossibile future of critical pedagogy.  Educational Theory 48
(4) 499-510.

Bogue, R. (2003). Deleuze on music, painting and the arts. New York:
Routledge.  

Brabandt, P. (november-december  2005).  Wat is kunsteducatie?
Courant 75, 25-26.

Branch, A. (2012). Creative Europe. [PPT] Geraadpleegd op 30 april
2012 van http://ec.europa.eu/culture/creative-
europe/index_en.htm

Bröckling, U. (2006). On Creativity: A brainstorming session.
Educational Philosophy and Theory 38 (4) 513-521.

Burggraeve, R. (8 maart 2012).  'Wat moet ik doen om in het leven
te stappen?' (Lucas 18,18). [Lezing] Gent.

CANON Cultuurcel. (2008).  Gedeeld/Verbeeld. Brussel: Agentschap
voor Onderwijscommunicatie.

Coillie, G. (juni  2007).  Onderwijzen zonder wijzen? De
onderwijskunde voorbij. Filosofisch-ethische reflecties.  Ethische
Perspectieven 2, 120-142.

Coillie, G. (2011). Geweld,  autoriteit en dialoog: aanzet tot een
mimetische pedagogiek. In Braeckmans, L. (red.),  Leraar met hart
en ziel: naar een pedagogiek van liefde en vrijheid  (pp. 223-296).
Gent: Academia Press.

Commissie Monard. (2009). Kwaliteit en kansen voor elke leerling:
een visie op de vernieuwing van het secundair onderwijs.
Geraadpleegd op 5 april 2012 van
http://www.ond.vlaanderen.be/nieuws/2009/0424-visienota-SO-
Monard.htm

Cull, L. (2009).  How Do You Make Yourself a Theatre without
Organs? Deleuze, Artaud and the Concept of Differential Presence.
Theatre research international 34 (3) 243–255.

Culture Action Europe. (z.j.).  Exploring the cultural and creative
industries debate.  Geraadpleegd  op 13 november 2012 van
http://www.cultureactioneurope.org/lang-en/think/creative-
industries

De betekenis van het begrip ‘globalisering’.  (z.j.). Geraadpleegd op
14 december 2011 van
http://www.vormen.org/Rechtvaardig/Globalisering.html

De Kesel, M. (juli-augustus  1994).  Een academie voor  creatieve
verrijzenis: Een situering van Joseph Beuys' kunstpedagogiek.  De
Witte Raaf  50.  Geraadpleegd op 10 april 2012 van
http://www.dewitteraaf.be/artikel/detail/nl/783

De Kesel, M. (2002). Naar het subject keer je niet terug: over Lacans
subjectbegrip.  In Braeckman, A., De Vos, R. & Verdonck, B. (red.),
Terugkeer van het subject?  Recente ontwikkelingen binnen de
filosofie (pp. 51-62). Leuven: Universitaire Pers.

De Schrijver, V. (september 2005). Kunsteducatie: een uitdaging of overbodige luxe
binnen de sociaal-culturele praktijk? Socia-cahier 4, 55-61.

Definitie kenniseconomie. (z.j.). Geraadpleegd op 11 december
2012 van  http://www.cjsm.vlaanderen.be/e-
cultuur/beleidskader/bouwstenen/lexicon/

Deleuze G. & Parnet C. (2007). Dialogues II (European perspectives).
New York: Columbia University Press.  

Deleuze, G.  & Guattari,  F. (1991/1994). What’s philosophy?   New
York: Colombia University Press.  

Deleuze, G. (1981/2002).  Francis Bacon: logique de la sensation.
Parijs: Seuil.  

Deleuze, G. (januari-februari  1990/2006). Naschrift bij de
controlemaatschappij.  De Witte Raaf  119.   Geraadpleegd op 5
december 2012 van
http://www.dewitteraaf.be/artikel/detail/nl/3027

Dhondt, P. (23 februari  2011). Historische achtergrond van de
Reformpedagogiek en de Nieuwe Schoolbeweging. [PPT les
Eigentijdse Onderwijssystemen]

Dresden,  S. (1987). Wat is creativiteit? Amsterdam: Meulenhoff.

Dreyfus, H.L. (2004). Heidegger and Foucault on the Subject, Agency
and Practices. Geraadpleegd op 4 februari van
http://socrates.berkeley.edu/~hdreyfus/html/paper_heidandfouc
ault.html

Education, Audiovisual and Culture Executive Agency. (2009). Arts
and cultural education at school in Europe. Brussel: Euridyce.

Europese Unie. (2009). Europese ambassadeurs voor creativiteit en
innovatie:  manifest.  Geraadpleegd op 10 november 2012 van
http://create2009.europa.eu/about_the_year/manifesto.html

Europese Unie. (2010). Mededeling van de commissie, Europa 2020;
een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.   Brussel:
EU.

Europese  Unie. (2012).  Erasmus for all; Investing in Europe's
education, training and youth. Geraadpleegd op 30 april 2012 van
http://ec.europa.eu/education/erasmus-for-all/

Florida, R. (2002).  The rise of the creative class  …    and how it’s
transforming work, leisure, community and everyday life. New York:
Basic Books.

Foucault, M. (1979). Omnes et singulatim: towards a criticism of
political reason. Geraadpleegd op 12 april 2012 van
http://foucault.info/documents/foucault.omnesEtSingulatim.en.ht
ml

Hammershoj, L.G. (november  2009). Creativity as a question of
Bildung. Journal of Philosophy of Education 43 (4) 545–558.  

Hargeaves, C.J. (1983/1995). Naar een andere visie op
kunsteducatie. Katernen voor kunsteducatie, 30-50.

Hausman, C.R. (1975).  A discourse on novelty and creation. Haag:
Martinus Nijhoff.

Hertmans,  S. (1999). Waarover men niet spreken kan: elementen
voor een agogiek van de kunst. Brussel: VUBpress.

Hogeschool-Universiteit Brussel: Faculteit Taal & Letteren. (2010).
Bronvermelding volgens  APA-richtlijnen.  Geraadpleegd op 12 mei
2012 van  http://www.hubrussel.net/Pub/HUBrussel/HUBNET-
PUBLIC-NL-%28PUBLIC%29/Bijlagen/Eindproef/Taal-en-
letteren/Taal-en-letteren-APA-richtlijnen-voor-de-
referentielijst.pdf

Huizinga, J. (1950). Homo ludens. Proeve eener bepaling van het
spel-element der cultuur. In Brummel L., & et. al. (red.), Verzamelde
werken V (Cultuurgeschiedenis III) (pp. 26-246). Geraadpleegd op
19 april 2012
van http://www.dbnl.org/tekst/huiz003homo01_01/huiz003hom
o01_01_0011.php  

International Commission on Education for the Twenty-first
Century. (1996).  Learning  –  a Treasure Within.  UNESCO.
Geraadpleegd op 20 november 2012 van
http://www.unesco.org/delors/

Jans, E. (2006).  Interculturele intoxicaties:  over kunst, cultuur en
verschil. Berchem: Uitgeverij EPO.

Jarvis, M. (juni 2011). What Teachers Can Learn from the Practice
of Artists.  International Journal  of Art &  Design Education  30  (2)
307-317.

Jeanes, E.L. & De Cock, C. (2005).  Making the familiar strange: a
Deleuzian perspective on creativity.  [Paper] Oxford: University of
Exeter.

Jeanes, E.L. (2006). ‘Resisting creativity, creating the new’: a
Deleuzian perspective on creativity.  Creativity and Innovation
Management 15 (2) 127-134.

Klarus, R. & Wardekker, W. (2011). Onderwijs voor een geslaagde
mens. In Klarus, R. & Wardekker, W. (red.), Wat is goed onderwijs?
Bijdragen uit de pedagogiek  (pp. 217-234).  Den Haag:  Boom
Lemma.  

Lansing,  K.M. (2004).  Why We Need a Definition of Art.
Geraadpleegd op 20 april 2012 van http://www.aristos.org/aris-
04/lansing1.htm

Lauwaert, D. (1996). Artikels (pp. 34-43). Brussel: De Gelaarsde Kat.  
Lyotard, J. (1979). La condition postmoderne:  rapport sur le savoir.
Parijs: Minuit.  

Maenhout, T., De Voldere, I., Onkelinx, J. & Sleuwaegen, L. (2006).
Creatieve industrie in Vlaanderen.  [Onderzoeksrapport]  Flanders
District of Creativity & Vlerick Leuven Gent Management School.

Masschelein, J.  & Simons, M. (2003).  Globale immuniteit: kleine
cartografie van de Europese ruimte voor onderwijs. Leuven: Acco.

Masschelein, J. & Simons, M. (2007). Competentiegericht onderwijs:
voor wie? Over de kapitalistisch ethiek van het lerende individu.
Ethische perspectieven 17 (4) 398-421.

Masschelein, J. & Simons, M. (2009). De publieke betekenis van de
school: de perfecte school. In  Vlaams Bouwmeester (red.),
Schoolvoorbeelden. Over kunstinterventies in scholen.  Cahier 2,
129-152.

Masschelein, J.  & Simons, M. (2010).  The hatred of public
schooling: the school as the mark of democracy.  Educational
philosophy and theory 42 (5-6) 666-682.

Masschelein, J. & Simons, M. (2011). Vrije tijd en amateurisme in
het onderwijs: over de fabel van verzakelijking en
professionalisme. In Klarus, R. & Wardekker, W. (red.), Wat is goed
onderwijs? Bijdragen uit de pedagogiek  (pp. 37-54). Den Haag :
Boom Lemma.

Masschelein, J.  (2000).  Can education still be critical?  Journal of
Philosophy of Education 34 (4) 603-616.

Meus, R. (z.j.).  Muziekeducatie in Europees perspectief geplaatst.
[Niet-gepubliceerd]

O’Sullivan, S. (december  2001).  The aesthetics of affect: Thinking
art beyond representation.  Journal of the theoretical humanities 6
(3) 125-135.

Oosterling, H. (2000).  Radicale middelmatigheid.  Amsterdam:
Boom.

Oosterling, H. (2005). Intermediale creativiteit. Geraadpleegd op 24
maart  2012 van
http://www2.eur.nl/fw/cfk/teksten%20intermedialiteit/index.ht
m

Oosterling, H. (2009a). Dasein als design, of moet design de wereld
redden? [Lezing] Geraadpleegd op 10 april 2012 van
http://www.premsela.org/publicaties_1/downloads_3/

Oosterling, H.  (2009b). Gezellig hé? Kick off-bijeenkomst: week van
het ambacht 2009.  Geraadpleegd op 1 mei 2012 van
http://www.vakmanstad.nl/Downloads/  

Peters, R.S. (1966). Ethics and education (pp. 23-45). London: Allen
& Unwin.  

Peters, R.S. (1973). The justification of education. In  Peters, R.S.
(red.),  The philosophy of education  (pp. 239-267).  Oxford: Oxford
University Press.

Pültau, D. (maart-april 1998). Helpende handen. De Witte Raaf 72.
Geraadpleegd op 15 november 2012 van
http://www.dewitteraaf.be/DWRartikels/WR72PULTAU.htm

Raunig, G., Ray, G.  & Wuggenig, U. (2011).  Critique of creativity,
Precarity, Subjectivity and Resistance.  In  Raunig, G., Ray, G., &
Wuggenig, U. (red.), ‘Creative Industries’. Geraadpleegd op 14 maart
2012 van http://mayflybooks.org/

Read, H. (1958/1967).   De kunst in haar educatieve functie.
Utrecht/Antwerpen: Het Spectrum.  

Rée, H. (1981). Education and the arts : are schools the enemy?  In
Ross, M. (red.),  The Aesthetic Imperative   (pp. 90-99). Oxford:
Pergamon.

Romein, E., Schuilenburg, M.  & Van Tuinen, S. (red.), (2009).
Deleuze Compendium. Amsterdam: Boom.

Schönau, D. (2008). De wow-factor van goede kunsteducatie.  In
Haanstra,  F., Hagenaars, P., van Hoorn, M. & de Vreede, M. (red.),
Conferentie onderzoek in cultuureducatie 2008: een keuze uit
gepresenteerde papers. Cultuur+Educatie 22, 70-78.

Seichter, S. (2011).  155.6 ‘Liefde houdt het onderscheid recht’.  In Van Achter, V. (red.),  Forum voor diepgaande gesprekken.
Geraadpleegd op 20 april 2012 van
http://www.diroo.be/dov155.html

Smith, D. & Protevi, J. (2008).  Gilles Deleuze. Geraadpleegd op 5
april 2012 van http://plato.stanford.edu/entries/deleuze/#DelArt  

Sonderen, P. (2002). Wetenschappelijk onderzoek:
sneeuwbalmethode. Geraadpleegd op 23 april 2012 van
http://cf.hum.uva.nl/nhl/academische%20vaardigheden/wetensc
happelijk_onderzoek.htm

Soodabeh, S. (2008).  Teaching Contingencies: Deleuze, Creativity
Discourses, and Art.  [PhD] Canada: Queen’s University.  

Stagoll, C.S. (1998). Deleuze’s ‘becoming-subject’: difference and the
human individual.  Geraadpleegd op 5 maart 2012 van
http://wrap.warwick.ac.uk/4288/

Stiegler, B. (2008). Prendre soins des generations  et de la jeunesse.
Parijs: Flammarion.

Storme, T. & Vlieghe, J. (mei 2011).   The experience of childhood
and the learning society: allowing the child to be philosophical and
philosophy to be childish.  Journal of philosophy of education 45 (2)
183-198.

United Nations Educational, Scientific  and Cultural Organization.
(1999a).  Appeal by the director-general for the promotion of arts
education and creativity at school as part of the construction of a
culture of peace.  Geraadpleegd op 12 oktober 2011 van
http://portal.unesco.org/culture/en/ev.php-
URL_ID=9747&URL_DO=DO_PRINTPAGE&URL_SECTION=201.html

United Nations Educational, Scientific  and Cultural Organization.
(2006a).  Closing session of the world conference on arts education:  
building creative capacities for the 21st century.   Lissabon: UNESCO.
Geraadpleegd op 12 november 2011 van
http://portal.unesco.org/culture/en/ev.php-
URL_ID=30497&URL_DO=DO_TOPIC&URL_SECTION=201.html

United Nations Educational, Scientific  and Cultural Organization.
(2006b).  Road map for arts education: building  creative capacities
for the 21st century lisbon, 6-9 march 2006.  Geraadpleegd op 12
november 2011 van  http://portal.unesco.org/culture/en/ev.php-
URL_ID=30335&URL_DO=DO_TOPIC&URL_SECTION=201.html

United Nations Educational, Scientific  and Cultural Organization.
(2010).  Closing session of the second world conference on arts
education. Seoul: UNESCO. Geraadpleegd op 15 november 2011 van
http://portal.unesco.org/culture/en/ev.php-
URL_ID=41171&URL_DO=DO_TOPIC&URL_SECTION=201.html  

United Nations Educational, Scientific  and Cultural Organization.
(z.j.).   Research on Arts Education, and Knowledge Sharing.
Geraadpleegd op 14 maart 2012 van
http://portal.unesco.org/culture/en/files/32002/11750874313re
search.pdf/research.pdf

Vande Veire, F. (2007). Als in een donkere spiegel. Amsterdam: SUN.

Vandenabeele, B. (2007).  Het pessimisme van de lachende:
Nietzsche en Deleuze.  In  Vanderbeecken, R. (red.).  Kritische
metafysica: Gilles Deleuze (pp. 79-89). Wetteren: Universa Press.  

Vandenbussche, H. (2009). Steeds in het midden, zonder begin; over
rizomen en vluchtlijnen: Een Deleuziaanse bijdrage aan de
relationele orthopedagogiek.  [Ongepubliceerde masterproef].
Universiteit Gent: Faculteit Psychologie en Pedagogische
Wetenschappen.

Vanobbergen, B. & Vansieleghem, N. (2004). Een stem geven aan de
roep van de wereld: over opvoeding en traditie in het denken van
Arendt en Heydorn. In  Meijer,  W. & Van Crombrugge, H. (red.),
Pedagogiek en  traditie, opvoeding en religie  (pp. 83-96).
Geraadpleegd op 3 mei 2012 van
http://books.google.be/books?id=CHDpuINekMAC&printsec=front
cover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=
false

Vansieleghem, N.  & Masschelein, J. (2010). Creativity or passion?
What is at stake in philosophy with children?   Teoria de la
Educacion 22 (2) 131-149.

Vansieleghem, N. (2008). Spreken.  In  Masschelein, J. (red.),  De
lichtheid van het opvoeden (pp. 125- 139). Leuven: Lannoo Campus.

Vansieleghem, N. (2009). Children in public or ‘public children’: An
alternative to constructing one’s own life.  Journal of philosophy of
Education 43 (1) 101-118.

Vansieleghem, N. (2010). Gesprek als grenservaring. Gent: Acco.

Vansieleghem, N. (2011). Voorbij de mechanismen van de markt en
het kapitaal: l’école du people als inzet voor een waar alternatief. In
Stad Gent (red.),   25 jaar Freinetonderwijs in Gent  (pp. 69-79).
Geraadpleegd op 5 mei 2012 van
http://www.gent.be/eCache/THE/4/125.cmVjPTE3Njg3Nw.html

Verschaffel, B. (maart-april  1996).  Over kunst, ontroering en
kritiek.  De Witte Raaf  60. Geraadpleegd op 10 april 2012 van
http://www.dewitteraaf.be/artikel/detail/nl/1002

Verschaffel, B. (september-oktober 2004). De mythe van de straat.
De Witte Raaf  111.  Geraadpleegd op 12 april 2012 van
http://www.dewitteraaf.be/artikel/detail/nl/2841

Villalba, E. (juni 2010). Monitoring Creativity at an Aggregate Level:
a proposal for Europe.  European Journal of Education  45  (2) 314-
330.

Vlaams Theater Instituut. (februari-januari 2007-2008). Het delen
van verbindingen, een gesprek met Anne Bamford. Courant   83, 7-
10. Geraadpleegd op 15 oktober 2012 van
http://vti.be/nl/files/courant-83-onderwijs-en-cultuur

Wimmer, M. (2006).  Promoting cultural education in Europe: a
contribution to participation, innovation and quality. Geraadpleegd
op 11 november 2012 van
http://portal.unesco.org/culture/en/ev.php-
URL_ID=31957&URL_DO=DO_TOPIC&URL_SECTION=201.html

Wimmer, M. (z.j.). The Arts and Education as an Issue in Cultural and
Education Policy.  Geraadpleegd  op 5 december 2011  van
http://www.cultureactioneurope.org/lang-en/think/arts-and-
education/235-the-arts-and-education-as-an-issue-in-cultural-and-
education-policy

Zagala, S. (2002). Aesthetics: a place I’ve never seen. In Massumi, B.
(red.), A shock to thought (pp. 20-43). Routledge: New York.

Download scriptie (997.76 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2012
Thema('s)