Het gebruik van YouTube als politiek communicatiemiddel in Vlaanderen.

Sven
Rosius

Vlaamse politicus omarmt YouTube (nog) niet

In de VS lijken YouTube video’s ondertussen definitief hun plaats in politieke campagnes veroverd te hebben. In tijden waarin sociale media voor veel mensen geen geheimen meer kennen, staan de Vlaamse politici echter nog niet met beide voeten in het Web 2.0. Dat is de conclusie van de masterproef die Sven Rosius schreef aan de hand van een analyse van de campagnes voor de Vlaamse gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012. Slechts één op zes kandidaten maakte gebruik van YouTube in die verkiezingen, en meestal bleef het bij één filmpje. We tonen met z’n allen bovendien maar erg weinig interesse in zulke campagnevideo’s. De teller van het aantal weergaves bleef gemiddeld op 530 steken. Verkiezingen worden in Vlaanderen voorlopig niet gewonnen of verloren op YouTube.

Iedereen kent ze wel: de YouTube filmpjes van president Obama en andere Amerikaanse politici waarin ze hun tegenkandidaten in een slecht daglicht plaatsen of duidelijk proberen te maken waarom zij het verschil kunnen maken en waarom je dus voor hen zou moeten stemmen. Recent lijkt het fenomeen ook naar Vlaanderen te zijn overgewaaid. In de kranten en zelfs de journaals was er in de aanloop naar de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen heel wat aandacht voor de kleurrijke figuren die er op YouTube te vinden waren. Maar hoe zit het eigenlijk net in Vlaanderen? Is YouTube daar ook een standaardinstrument geworden in de gereedschapskist van de doorsnee politicus?

Niet echt, zo blijkt uit de masterproef van Sven Rosius, die dit naging aan de hand van de campagnes voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012. Uit dit eerste onderzoek naar de Vlaamse situatie bleek dat slechts zo’n 17 procent van de lijsttrekkers tijdens die verkiezingen een campagnefilmpje op ons los liet om ons te overtuigen. Meestal beperkten die lijsttrekkers zich trouwens ook tot één filmpje. Interessant is wel dat kandidaten van kleine en grote partijen evenveel – of beter: even weinig – de weg vonden naar YouTube. In het verleden bleek dat voor de traditionele campagnemedia niet altijd het geval te zijn omwille van de financiële middelen en mankracht die daarvoor vereist zijn. Dat zou kunnen wijzen op een democratiserend potentieel van nieuwe media zoals YouTube.

Wat dan met de filmpjes van die kandidaten die wel een beroep deden op de videosharingwebsite om onze stem te veroveren? Die sneden erg uiteenlopende onderwerpen aan en namen diverse vormen aan - van de typische talking head tot simpelweg muziek over slides –, maar zetten bijna altijd de eigen voorstellen in de verf. Slechts in één op vijf video’s werd kritiek geuit op de tegenpartij en zo goed als nooit werd er op de man gespeeld. De filmpjes die ons het meest bijblijven zijn vaak net die filmpjes waarin duchtig met modder wordt gegooid, maar dat blijkt dus niet de standaard. Dat is een bemoedigende vaststelling. Eerder werd immers al aangetoond dat de negativiteit in campagneboodschappen een van de redenen is voor het wantrouwen van de politiek en de politieke desinteresse die er bij sommige mensen te vinden is. De masterproef biedt ook een antwoord op de vraag hoe politici ons met hun filmpjes proberen te overtuigen: via onze emoties. In bijna driekwart van alle filmpjes werd gebruik gemaakt van een emotionele appeal om onze stem te winnen. Kandidaten proberen ons enthousiast of boos te maken om hun boodschap beter te doen aankomen, of doen een beroep op ons medeleven.

Rosius rondt zijn masterproef af door te besluiten dat de Vlaamse politici de gemeenteraadsverkiezingen niet gewonnen of verloren hebben op YouTube. Niet alleen kwamen er weinig filmpjes online, er keek ook bijna niemand. Gemiddeld leverde een campagnevideo slechts 530 weergaves op. Als de online impact al zo beperkt was, lijkt het inderdaad veilig om te stellen dat de offline impact al helemaal te verwaarlozen moet zijn geweest. Het bleek trouwens noch het onderwerp, noch de vorm van de video te zijn die zo’n video meer of minder populair maakte. Wat er dan wel voor zorgt dat sommige filmpjes duizenden keren bekeken worden terwijl anderen het met minder dan tien weergaves moeten stellen, is voer voor verder onderzoek. Het al of niet opgepikt worden door de traditionele media lijkt alvast een veelbelovende denkpiste.

Vlaanderen is de VS niet, en het is nog maar zeer de vraag of campagnevoeren op YouTube en andere nieuwe vormen van politieke communicatie zich in de toekomst ook bij ons sterker zullen doorzetten. Uit de vele parallellen met andere landen die in de masterproef worden getrokken, blijkt immers duidelijk dat de Verenigde Staten de uitzondering op de regel zijn, en niet omgekeerd. De eigenheid van het Amerikaanse politieke systeem met zijn enorme campagnebudgetten zit daar zeker voor iets tussen. Hoe het ook zij, verkiezingen spelen zich in Vlaanderen voorlopig niet af op YouTube, en ze worden daar ook niet gewonnen of verloren. 

Bibliografie

 

Alexa (11.2012). Top Sites in Belgium. The top 500 sites in Belgium. [08.12.2012, Alexa: http://www.alexa.com/topsites/countries/BE].

Alexa (11.2012). Top Sites. The top 500 sites on the web. [08.12.2012, Alexa: http://www.alexa.com/topsites].

Alexa (03.2013). Top Sites. The top 500 sites on the web. [02.04.2013, Alexa: http://www.alexa.com/topsites].

Ansolabehere, S., Iyengar, S., Simon, A., & Valentino, N. (1994). Does attack advertising demobilize the electorate? The American Political Science Review, 88(4), pp. 829-838.

Benoit, P. J., & Benoit, W. (2005). Criteria for evaluating political campaign webpages. Southern Communication Journal, 70(3), pp. 230-247.

Bimber, B., & Davis, R. (2003). Campaigning Online: The Internet and US Elections. Oxford: Oxford University Press.

Brader, T. (2005). Striking a Responsive Chord: How Political Ads Motivate and Persuade Voters by Appealing to Emotions. American Journal of Political Science, 49(2), pp. 388-405.

Brader, T. (2006). Campaigning for Hearts and Minds. How Emotional Appeals in Political Ads Work. Chicago: The University of Chicago Press.

Carlson, T., & Strandberg, K. (2008). Riding the Web 2.0 Wave: Candidates on YouTube in the 2007 Finnish National Elections. Journal of Information Technology & Politics, 5(2), pp. 159-174.

Chen, P. J. (2008). Australian Political Parties’ Use of YouTube 2007. Communication, Politics & Culture, 41(1), pp. 114-148.

Damore, D. E. (2002). Candidate Strategy and the Decision to Go Negative. Political Research Quarterly, 55(3), pp. 669-685.

Darr, C. C. (Red.) (03.2006). Small donors and online giving. A study of donors to the 2004 Presidential campagins. [03.11.2012, Institute for Politics, Democracy & the Internet: http://www.cfinst.org/pdf/federal/president/IPDI_SmallDonors.pdf]

Dassonneville, R. (2010a). De impact van negatieve campagne op kiesintenties: De Vlaamse verkiezingen van juni 2009 [thesis]. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven. Faculteit Sociale Wetenschappen.

Dassonneville, R. (2010b). Negatieve verkiezingscampagnes en de gevolgen op kiesintenties. De Vlaamse regionale verkiezingen van juni 2009. Res Publica, 52(3), pp. 353-372.

De Redactie (18.09.2012). Meer kandidaten bij lokale verkiezingen. [23.11.2012, De Redactie: http://www.deredactie.be/
cm/vrtnieuws/verkiezingen2012/1.1433186].

De Smedt J., Hooghe M., Walgrave S. (2010). Regeringsdeelname en media-aandacht voor Nederlandstalige partijen en politici. ENA Nieuwsmonitor, 2, pp. 1-10.

De Zevende Dag (30.09.12). Jan Callebaut is campagnewatcher van de week. [08.12.2012, De Redactie: http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/dezevendeda…].

Dickinson, T. (15.08.2006). The first YouTube election: George Allen and “macaca”. [03.11.2012, Rolling Stone: http://www.rollingstone.com/politics/blogs/national-affairs/the-first-y…].

English, K., Sweetser, K. D., & Ancu, M. (2011). YouTube-ification of Political Talk: An Examination of Persuasion Appeals in Viral Video. American Behavioral Scientist, 55(6), pp. 733-748.

Fine, A. (31.10.2006). A new bargain: YouTube politics. [03.11.2012, San Francisco Chronicle: http://www.sfgate.com/opinion/openforum/article/A-new-bargain-YouTube-p…].

Finkel, S. E., & Geer, J. G. (1998). A Spot Check: Casting Doubt on the Demobilizing Effect of Attack Advertising. American Journal of Political Science, 42(2), pp. 573-595.

Gibson, R. K. (2004). Web campaigning from a global perspective. Asia Pacific Review, 11(1), pp. 95-126.

Gibson, R. K., Margolis, M., Resnick, D., & Ward, S. (2003). Election Campaigning on the WWW in the USA and UK. A comparative Analysis. Party Politics, 9(1), pp. 47-75.

Gibson, R, & McAllister, I, (2003). Cyber Campaigning and the vote: Online Communication in the 2001 Australian Election. Paper gepresenteerd op de jaarlijke APSA-conferentie van 2003 in Philadelphia.

Gibson, R. K., & McAllister, I. (2011). Do Online Election Campaigns Win Votes? The 2007 Australian “YouTube” Election. Political Communication, 28(2), pp. 227-244.

Gibson, R., & Ward, S. (2002). Virtual Campaigning. Australian Parties and the Impact of the Internet. Australian Journal of Political Science, 37(1), pp. 99-129

Gueorguieva, V. (2008). Voters, MySpace, and YouTube. The impact of Alternative Communication Channels on the 2006 Election. Social Science Computer Review, 26(3), pp. 288-300.

Gulati, G. J., & Williams, C. B. (2007). Closing the Gap, Raising the Bar: Candidate Web Site Communication in the 2006 Campaigns for Congress. Social Science Computer Review, 25(4), pp. 443-465.

Gumbel, A. (04.11.2006). The ‘YouTube elections’: How campaigns are being scrutinised as never before. [03.11.2012, The Independent: http://www.independent.co.uk/news/world/americas/the-youtube-elections-…].

Het Journaal 7 (10.10.2012). Verkiezingscampagne: almaar meer gekke filmpjes. [08.12.2012, De Redactie: http://www.deredactie.be/permalink/1.1452580].

Hooghe, M., & Vissers, S. (2006). Internet and Political Parties. The September 2006 Web Survey in Belgium. Antwerpen: Onderzoekscentrum participatie en nieuwe media.

Horsey, D. (02.11.2012). Attack ads reach new lows in honesty and new highs in spending. [26.10.2012, Los Angeles Times: http://www.latimes.com/news/politics/topoftheticket/la-na-tt-attack-ads…].

Hurme, T. (2009). Online campagin strategy, Web 2.0 tools, and voter preference in the 2008 U.S. Presidential Election. CEU Political Science Journal, 4(4), pp. 566-606.

Inghels, M. (10.2012). Ik ben Mariette, maar feitelijk ben ik Yvonne. De betere verkiezingscampagne van onze locale politici. [08.12.2012, Tumblr: http://ikbenmariette.tumblr.com/].

Jackson, N. A., & Lilleker, D. G. (2009). Building an Architecture of Participation? Political Parties and Web 2.0 in Britain. Journal of Information Technology & Politics, 6(3-4), pp. 232-250.

Jordan, L. A. (2008). Broadcasting Yourself (and Others): How YouTube and Blogging have Changed the Rules of the Campaign. The Hinckley Journal of Politics, 9, pp. 75-84.

Kaid, L. L., & Holtz-Bacha, C. (2006). Television Advertising and democratic systems around the world. In L. L. Kaid, & Holtz-Bacha, C. (Reds.), The SAGE Handbook of Political Advertising (pp. 445-458). Thousand Oaks, California: SAGE.

Kaid, L. L., & Johnston, A. (2001). Videostyle in Presidential Campaigns. Westport: Praeger.

Kalnes, Ø. (2009). Norwegian Parties and Web 2.0. Journal of Information Technology & Politics, 6(3), pp. 251-266.

Kern, M. (1989). 30-Second Politics. Political advertising in the eighties. New York: Praeger.

Kiley, D. (08.11.2006). The YouTube election ratifies Google’s investment. [03.11.2012, Bloomberg BusinessWeek: http://www.businessweek.com/stories/2006-11-07/the-youtube-election-rat…].

Klotz, R. J. (2010). The Sidetracked 2008 YouTube Senate Campaign. Journal of Information Technology & Politics, 7(2), pp. 110-123.

Kluver, R., Jankowski, N. W., Foot, K. A., & Schneider, S. M. (Reds.) (2007). The Internet and national elections: A comparative study of Web campaigning. London: Routledge.

KVH/SVW (10.10.2012). Van Peel als portier van Janssens: pijnlijk. [08.12.2012, Gazet Van Antwerpen: http://www.gva.be/
dossiers/gemeenteraad/van-peel-als-portier-van-janssens-pijnlijk.aspx].

Lau, R. R., & Rovner, I. B. (2009). Negative Campaigning. Annual Review Of Political Science, 12, pp. 285-306.

Lau, R. R., Sigelman, L., & Rovner, I. B. (2007). The Effects of Negative Political Campaigns: A Meta-Analytic Reassessment. The Journal of Politics, 69(4), pp. 1176-1209.

Lazarsfeld, P. F., Berelson, B., & Gaudet, H. (1949). The people’s choice: how the voter makes up his mind in a presidential campaign. New York (N.Y.): Columbia University press.

Lizza, R. (20.08.2006). The YouTube Election. [03.11.2012, The New York Times: http://www.nytimes.com/2006/08/20/weekinreview/20lizza.html?pagewanted=…].

Marcus, G. E., Neuman, W. R., & MacKuen, M. (2000). Affective Intelligence and Political Judgement. Chicago: University of Chicago Press.

Margolis, M., Resnick, D., & Tu, C. (1997). Campaigning on the Internet: Parties and Candidates on the World Wide Web in the 1996 Primary Season. Harvard International Journal of Press/Politics, 2(1), pp. 59-78.

Margolis, M., & Resnick, D. (2000). Politics as Usual: The Cyberspace “Revolution”. Thousand Oaks, California: SAGE.

Margolis, M., Resnick, D., & Levy, J. (2003). Major Parties dominate, minor parties struggle. US elections and the Internet. In R. Gibson, P. Nixon, & S. Ward (Reds.), Political Parties and the Internet: Net Gain? (pp. 53-69). London: Routledge.

May, P. (02.06.2006). Ads Reach New Lows. [26.10.2012, San Jose Mercury News: http://www.highbeam.com/doc/1G1-146539318.html].

Norris, P. (2001). Digital divide: civic engagement, information poverty and the Internet worldwide. Cambridge: Cambridge University Press.

Norris, P. (2003). Preaching to the Converted? Pluralism, Participation and Party Websites. Party Politics, 9(1), pp. 21-45.

Norris, P., Curtice, J., Sanders, D., Scammell, M., & Semetko, H. A. (1999). On Message. Communicating the campaign. London: Sage.

O’Reilly, T. (30.09.2005). What Is Web 2.0. Design Patterns and Business Models for the Next Generation of Software. [03.11.2012, O’Reilly Media, Inc: http://oreilly.com/pub/a/web2/archive/what-is-web-20.html?page=1]

PartiRep (2009). Postelectoraal onderzoek 2009. [05.04.2013, PartiRep: www.partirep.eu].

Patterson, T. E. (2002). The Vanishing Voter: Public Involvement in an Age of Uncertainty. New York: Alfred A. Knopf.

Perloff, R. M., & Kinsey, D. (1992). Political advertising as seen by consultants and journalists. Journal of Advertising Research, 32(3), pp. 53-60.

Rainie, L. (22.09.2011). Ask the Expert. [03.11.2012, Pew Research Center: http://pewresearch.org/pubs/?PreviewID=2084].

Rainie, L., & Smith, A. (15.06.2008). The Internet and the 2008 Election. [28.10.2012, Pew Research Center: http://pewinternet.org/Reports/2008/The-Internet-and-the-2008-Election…].

Ridout, T. N., Fowler, E. F., & Branstetter, J. (2010). Political Advertising in the 21st Century: The Rise of the YouTube Ad. Paper gepresenteerd op de jaarlijkse APSA-conferentie van 2010 in Washington D.C.

Ridout, T. N., & Searles, K. (2011). It’s My Campaign I’ll Cry if I Want to: How and When  Campaigns Use Emotional Appeals. Political Psychology, 32(3), pp. 439-458.

Sadow, J., & James, K. (1999). Virtual Billboards? Candidate Web Sites and Campaigning 1998. Paper gepresenteerd op de jaarlijkse APSA-conferentie van 1998 in Atlanta.

Salmond, R. (2008). RooTube. YouTube advertising in the 2007 Australian election campaign. Paper gepresenteerd op de jaarlijkse APSA-conferentie van 2008 in Boston.

Salmond, R. (2010). 2008: The YouTube Campaign. In S. Levine, & N. S. Roberts (Reds.), Key to Power: The General Election of 2009 (pp. 206-221). Wellington: Victoria University Press.

Salmond, R. (2011). MeTube. Politicians, YouTube, and election campaigns in longstanding democracies. Paper gepresenteerd op de jaarlijkse APSA-conferentie van 2011 in Seattle.

Salmond, R. (2012). MeTube: Political Advertising, Election Campaigns, and YouTube. Issues in Technology Innovation, 16, pp. 1-10.

Selnow, G. W. (1998). Electronic whistle-stops: The impact of the Internet on American politics. Westport, CT: Praeger.

Semetko, H., & Krasnoboka, N. (2003). The Political Role
of the Internet in Societies in Transition Russia and Ukraine Compared. Party Politics, 9(1), pp. 77-104.

Smith, A. (17.03.2011). The Internet and Campaign 2010. [02.11.2012, Pew Research Center: http://pewinternet.org/Reports/2011/The-Internet-and-Campaign-2010/Summ…].

Strandberg, K. (2009). Online campaigning: an opening for the outsiders? An analysis of Finnish parliamentary candidates’ websites in the 2003 election campaign. New Media & Society, 11(5), pp. 835-854.

Stromer-Galley, J. (2000). On-line interaction and why candidates avoid it. Journal of Communication, 50(4), pp. 111-132.

The Denver Post (08.09.2012). Campaign ads reach new lows. Romney’s exaggerated ad on welfare waivers is outdone by a pro-Obama PAC’s disgusting attack. [26.10.2012, The Denver Post: http://www.denverpost.com/opinion/ci_21266833/editorial-campaign-ads-re…].

Valentino, N. A., Brader, T., Groenendyck, E. W., Gregorowicz, K., & Hutchings, V. L. (2011). Election Night’s Alright for Fighting: The Role of Emotions in Political Participation. Journal of Politics, 73(1), pp. 156-170.

Valentino, N. A., Hutchings, V. L., Banks, A. J., & Davis, A. K. (2008). Is a worried citizen a good citizen? Emotions, political information seeking, and learning via the Internet. Political Psychology, 29(2), pp. 247-273.

Van Aelst, P. (2008). De verkiezingscampagne van 2007: communautair en presidentieel? In Jaarboek Res Publica 2007 (pp. 19-36). Leuven: Acco.

Van Belle, B. (12.10.2012). VIDEO. 15 Filmpjes die de campagne kleurden. [08.12.2012, De Standaard: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20121012_076].

Van Belle, W. (2011). Argumentatieleer. Een inleiding. Leuven: Acco.

Van den Bulck, L. (12.10.2012). VIDEO. De verkiezingen op YouTube: breakdance, misdaadfilm en poppenkast. Partijen en kiezers maken volop gebruik van filmpjes op videosite. [08.12.2012, De Standaard: http://www.standaard.be/
artikel/detail.aspx?artikelid=BLLVA_20121012_005].

Vargas, J. A. (14.11.2008). The YouTube Presidency. [26.10.2012, The Washington Post: http://voices.washingtonpost.com/
44/2008/11/the-youtube-presidency.html].

Vissers, S., Hooghe, M. (2010). Politiek internetgebruik tijdens de verkiezingscampagne van 2006 in België. In S. Walgrave, M. Hooghe,  L. Bennet, & D. Stolle (Reds.), Politieke mobilisatie en nieuwe communicatietechnologie: een multilevel studie van de digital divide (pp. 101-126). Gent: Academia Press.

Vlaamse Overheid (04.09.2011). Het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011. [23.11.2012, Vlaamse Overheid: http://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1020561&param=inhou…].

Vlaanderenkiest.be (16.03.2012). Vlaamse Regering legt aantal mandaten lokale verkiezingen vast. [23.11.2012, Agentschap voor Binnenlands Bestuur: http://www.vlaanderenkiest.be/vlaamse-regering-legt-aantal-mandaten-lok…].

Vlaanderenkiest.be (16.10.2012). Wat zijn de maximumbedragen voor de verkiezingsuitgaven van kandidaten en lijsten? [23.11.2012, Agentschap voor Binnenlands Bestuur: http://www.vlaanderenkiest.be/wat-zijn-de-maximumbedragen-voor-de-verki…].

Walter, A. S., & Vliegenthart, R. (2010). Negative Campaigning across Different Communication Channels: Different Ball Games? International Journal of Press Politics, 15(4), pp. 441-461.

YouTube (25.05.2011). Thanks, YouTube community, for two BIG gifts on our sixth birthday! [19.10.2012, YouTube: http://youtube-global.blogspot.be/2011/05/thanks-youtube-community-for-…].

Download scriptie (580.63 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2013