Een domestieke stadswandeling

Elyse
Verstraeten

Een domestieke stadswandeling
’La foule y venait prendre l’air après souper’

BASISOBSERVATIE
De aanvang van het project bestaat uit de observatie van Parc de Sept Heures te Spa, namelijk de gelijkenis tussen het afdalen van de aangrenzende bergwand en de vormgeving van het park. Beide promenades in het park vormen een rechtgetrokken versie van de beboste bergwand, een menselijke ordening van de natuurlijke chaos.
FLANEREN IN HET NEGENTIENDE-EEUWS PARK
Het park werd door de negentiende-eeuwse bourgeoisie vormgegeven onder het motto “zien & gezien worden”. De promenades vormden een parade, theater voor de bourgeoisie. Een plaats waar deze konden paraderen volgens de strikt opgelegde gedragscodes en zich zo cultureel en intellectueel onderscheiden van de lagere sociale klassen. Deze sociale manifestatie resulteerde in de mentale opdeling van het park in witte en grijze zones. De witte zones als plaatsen waar gedragsregels zeer strikt genomen en uitgevoerd werden, grijze zones als plaatsen waar het sociaal aanvaard werd de regels minder strikt te nemen. In Parc de Sept Heures te Spa kan men beide promenades aanzien als witte zones, de bergwand als grijze zone.
FLANEREN IN HET NEGENTIENDE-EEUWS INTERIEUR
Naast het flaneren in parken bestond er in de negentiende eeuw ook een zeer uitgesproken visie rond flaneren in een domestiek interieur. De wandeling in een bourgeois interieur was een denkbeeldige wandeling ontstaan door de verzakelijking van het sociale leven binnen de bourgeois kringen. Het interieur was een omgeving om door te flaneren, als bevrijding van de ‘opgeslotene’ zijn begrensdheid. De ‘objectlessness’ van het interieur versterkte deze wandeling. De flaneur ging een nieuwe functie aan objecten toevoegen door zijn mentale wandeling hierop te reflecteren.De vergelijking tussen de stedelijke en domestieke wandeling leverde enkele gelijkenissen op. Het gevoel van mentale of fysieke opsluiting en de begrensdheid die hieruit volgt bij het domestiek flaneren, kan ook gespiegeld worden aan het paraderen onder zeer strikte gedragsregels op de promenades. De ‘objectlessness’ van het interieur kan gelinkt worden aan het overdaad aan ornament aanwezig op de architecturale promenade in Parc de Sept Heures. De promenade werd rijkelijk versierd met functieloze ornamenten, net zoals het bourgeois interieur.De gelijkenis tussen beide wandelingen leidde tot de analyse van het bourgeois interieur. Ook hier kunnen witte en grijze zones van elkaar onderscheiden worden als resultaat van mentale grenzen welke op zich een gevolg zijn van de uitgesproken gedragsregels.Uit al het voorgaande kan men stellen dat er zich in de negentiense-eeuwse gemeenschap twee vormen van flaneren voordeden, welke beide gelijkenissen in zich dragen. Hiernaast vinden beide wandelingen plaats in een uitgesproken architecturaal interieur. Enerzijds stedelijk, anderzijds domestiek.

Download scriptie (932.79 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2013
Thema('s)